De schadelast van jonge auto’s is fors gedaald, van 130 miljoen euro in 2015 naar 85 miljoen vorig jaar. Dat laat het Verbond van Verzekeraars weten. Dit is voornamelijk toe te schrijven aan de betere aanpak van voertuigdiefstal.

Het registratieproces van gestolen auto’s is verbeterd en daardoor is het terugvindpercentage van jonge auto’s sinds 2012 behoorlijk gestegen: van 22 procent toen naar 36 in 2017. Verschil met vroeger is dat de politie-aangifte en de diefstalsignalering twee verschillende processen waren bij twee partijen. Nu is dat één proces en staat er binnen twee uur na aangifte een internationale diefstalsignalering online. Daardoor is de export van gestolen auto’s naar het Oostblok ingewikkeld geworden. De kans om nog ongehinderd bij de Pools-Duitse grens te komen, wordt steeds kleiner, doordat gestolen auto’s die nog in Nederland rijden, veel sneller worden opgemerkt.

Als de politie een gestolen auto aantreft bij een malafide bedrijf worden alle gestolen onderdelen geregistreerd en de nummers naar het Landelijk Informatiecentrum Voertuigcriminaliteit gestuurd. Dan blijkt soms dat onderdelen van een paar honderd gestolen auto’s op één adres aangetroffen zijn. De diefstallen in de directe omgeving zakken dan in omdat de dieven geen afzetkanaal meer hebben.