Het CBS heeft onderzoek gedaan naar de Verenigingen van Eigenaren (VvEs) in Nederland. Voor het eerst worden zo de precieze aantallen en kenmerken van VvE’s in beeld gebracht.
Huiseigenaren die in een gezamenlijk woongeheel wonen zoals appartementen complex, flatgebouw of boven- en onderwoning hebben samen een VvE die verantwoordelijk is voor het onderhoud van de gezamenlijke delen van het complex, bijvoorbeeld aan het dak of een liftinstallatie.
In Nederland zijn totaal 143.835 VvEs waarvan 125.000 met tenminste één woning. Deze VvEs vertegenwoordigen samen bijna 1,2 miljoen woningen, een kwart van de totale Nederlandse particuliere woningvoorraad. Ondanks wettelijke plicht zijn nog steeds ruim 40 duizend VvEs niet ingeschreven bij Kamer van Koophandel
Ronduit opvallend vindt het CBS de uitkomst van de gemengde complexen. In gemengde complexen wonen zowel eigenaar-bewoners als huurders door elkaar heen. Uit het onderzoek komt voor het eerst naar voren dat 48 procent van alle VvE’s gemengd is en maar liefst 7 op de 10 appartementen in Nederland (72 procent) zich in een gemengd complex bevindt. Deze uitkomst plaatst de discussie over de conflicten tussen het appartementsrecht en huurrecht, de rol van een grooteigenaar (verhuurder) en de relatie tussen huurder, appartementseigenaar en VvE in een geheel nieuw daglicht.
In heel Nederland hebben maar liefst 6 op de 10 VvE’s voornamelijk vooroorlogse woningen. De meeste woningen bevinden zich echter in VvE’s met naoorlogse woningen: op het niveau van de woning blijkt dat slechts één op de vier woningen die tot een VvE behoort vooroorlogs is. In Drenthe, Noord-Brabant, Friesland, Overijssel ligt het percentage woningen in VvE’s van vóór 1945 opvallend laag. Dit geldt, minder verrassend, ook voor Flevoland. Hier is slechts 1 op de 5 VvE’s van vóór 1985.