Vanaf 1 juli wordt op een aantal terreinen nieuwe wet- en regelgeving van kracht die gevolgen kan hebben voor werkgever, werknemer en uw financiële zekerheid. In samenwerking met NU.nl zetten we een aantal veranderingen op een rij.
Vanaf 1 juli wordt het geboorteverlof voor partners flink uitgebreid. Sinds 2019 is het verlof voor partners in loondienst uitgebreid van twee dagen naar één keer het aantal werkuren per week, waarbij het loon wordt doorbetaald door de werkgever.
Vanaf 1 juli wordt het verlof met nog eens vijf weken verlengd. In die periode krijgt de werknemer een uitkering van het UWV ter hoogte van 70 procent van het salaris en heeft de werkgever geen loonkosten.
Het minimumloon wordt twee keer per jaar aangepast aan de gemiddelde cao-lonen. Dat houdt dit keer in dat iedere werknemer boven de 21 jaar vanaf 1 juli minstens 1.680 euro bruto per maand verdient. Het gaat om een verhoging van 27 euro per maand, op 1 januari kwam er 18 euro bij.
Het minimumjeugdloon gaat ook omhoog. De bedragen variëren per juli van 504 euro bruto voor vijftienjarigen tot 1.344 euro voor twintigjarigen. Tot nu toe lag het minimumloon voor jongeren tussen de 496,10 euro en 1322,90 euro.
Omdat het minimumloon stijgt, krijgen AOW’ers er per 1 juli ook iets bij. Zo ontvangen alleenstaande AOW’ers vanaf die datum netto 1.201,42 euro per maand. Nu is dat nog 1.187,43 euro.
Gehuwden en samenwonende partners krijgen per 1 juli een bedrag van 822,62 euro. AOW’ers met een partner die nog geen AOW ontvangt, ontvangen hogere bedragen.